Mouse in ’t maanlicht

5243784106be460db56391b704b89989_5.jpg
(see full image)

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Ochtendspits

Met mijn veel te zware tas over de schouder ren ik over het perron richting de trein. Het is vroeg in de ochtend en koud buiten. Waar is die OV-chippas? Woest graaf ik in mijn zakken. Nee dus. Misschien in mijn tas? Ik voel met één hand terwijl de andere het bandje van mijn schoudertas op zijn plaats houdt. Ondertussen ren ik nog steeds richting het perron waar de trein naar Amsterdam vertrekt.

De kunst is nu timing. Net op het juiste moment dat pasje opgraven vlak voordat ik bij zo’n roze paal ben om in te checken. Dan in één flow doorsprinten de trap af. Laverend langs de vele reizigers die ook onderweg zijn. Ondertussen met één oog spiedend op het bord boven het perron hoeveel seconden ik nog heb om de trein in te springen.

Net voor het fluitsignaal stap ik de treinwagon in. Ik duw mijzelf naar binnen en dwing de al ingestapte passagiers nog wat ruimte voor mij te maken. Ik kan dat gelukkig. Ik ben een lange meid. Met moeite schuiven de anderen een tikje naar achter zodat er net genoeg ruimte is tussen mijn neus en de treindeur om geen verwondingen op te lopen.

Zodra de deur dicht is, voel ik de hitte. De vochtigheid. Mijn hart slaat nog snel van het rennen en mijn winterjas voelt ineens als een pastic zak. Het zweet breekt me uit en – nog erger – ik voel mijn zorgvuldig op-geföhnde haren als een pudding in elkaar zakken. Mijn tas snijdt in mijn schouder. Ik kan mijn jas niet uittrekken, daar is geen ruimte voor. Ik moet hier doorheen. Rustig blijven. Blijven ademen. Mezelf tot kalmte manen. Hoe rustiger ik ben, hoe minder warm het is. De trein in de ochtendspits; de hel. Michael Wolf fotografeerde treinreizigers in Tokio. Kijk en huiver.

In Japan hebben ze zelfs mensen in dienst die de passagiers de trein in duwen (dank voor de tip Ilse):

Geplaatst in ... over haar belevenissen | Tags: , | 3 reacties

Doodgaan

Een kist heeft ze al besteld. Via internet. Voor 350 euro krijg je een bouwpakket thuis met zes planken. Waarom? Omdat ze dood gaat natuurlijk. Omdat haar hart het opgeeft. Heel langzaam.

Haar hart gaat elk jaar een beetje verder dood. Al sinds haar tweeëntwintigste, toen kanker bij haar werd vastgesteld. Bestralingen volgden. Veel bestralingen die ook het goede weefsel hebben aangetast. Haar hart wordt langzaam een klomp littekenweefsel, stug en onbeweeglijk. Niet zoals een hart hoort te zijn.

Ze heeft al een pacemaker en twee hartoperaties achter de rug om ondermeer een lekkende hartklep te vervangen. De chirurg wilde direct de operatie staken toen hij haar voor die tweede operatie openmaakte. Bloedvaten en weefsels waren nauwelijks meer te onderscheiden. Hij wist niet of hij in goed of slecht weefsels sneed. Geen operaties meer. Wel medicijnen en afgemeten drinken en kleine hapjes eten en langzaam bewegen en moe, steeds zo moe.

Ze is de zaken nu aan het regelen. Voor haar man en de kinderen. Voor als ze er niet meer is. Ze gaat haar kist beschilderen, samen met haar nichtjes en neefjes, voordat hij de oven ingaat. Ze is altijd duidelijk geweest over wat ze wilde in haar leven, dus ook in haar dood. Laat dat helder zijn. En ik kijk vanaf een zijlijn toe. En voel de onmacht en de harde realiteit dat je niets, maar dan ook niets kan doen.

Geplaatst in ... over haar belevenissen | Tags: | 3 reacties

Fokke & Sukke relativeren social media

Geplaatst in ... over haar vak | Een reactie plaatsen

Wat heb je grote ogen!

Vrijdag ging ze voor de tweede keer onder het mes. Ook de staar aan het ander oog van mijn moeder werd verholpen. Gisteren ging ik op visite: ‘Wat heb je grote ogen’, riep ze uit. Het was als een hernieuwde kennismaking tussen moeder en dochter. Zo slecht kon ze de afgelopen jaren zien. 

Mijn moeder maakt kennis met een totaal nieuwe wereld. Vol verbijstering staarde ze naar de televisie. Ze dacht dat ze een nieuwe, grotere versie had gekregen. En die kleuren. Die kleuren zijn zo fel! Om nog maar niet te spreken van het feit dat ze nu eindelijk de kleine lettertjes kan lezen op het scherm. Geweldig!

Ik ben blij voor haar. Ik ben blij dat het goed verlopen is. Want in de rolstoel zitten is één ding, maar dan ook niet meer goed kunnen zien maakt haar wereld wel heel klein. Te klein. Nu nog naar de opticien voor een nieuwe bril. Want hoewel ze van ver nu veel beter ziet, de krantenletters kan ze niet meer lezen. En zo is er altijd wat…

Geplaatst in ... over haar belevenissen | Tags: , | Een reactie plaatsen

‘U kunt het mijn moeder vragen hoor, u moet alleen wat harder praten’

StaaroperatieTerwijl ik naar buiten loop vraag ik me af of ze dorst zou hebben. Of honger. Of misschien is ze daar wel te zenuwachtig voor. Ik verbeeld me hoe mijn moeder door de gang wordt gereden, langs de balie waarachter zusters in witte jassen en klompen staan. Langs de wachtenden in de hal, de OK in. Dat ze prikken in haar gezicht krijgt, net boven haar oog en dat ze dan vooral heel stil moet blijven liggen. Stil liggen, zou dat wel lukken? Straks krijgt ze kramp of zo’n spasme in haar been waar ze last van heeft.

Buiten sla ik rechtsaf de Witte de Withstraat in. Ik heb trek. Zal ik hier wat eten? Ik loop door richting Blaak. Steek de straat over en met stevige tred ben ik op weg naar de winkelstraten. Winkels zijn soms zo rustgevend. Nergens aan denken en een beetje langs de rekken struinen. Opzoek naar eigenlijk niets. Of misschien wel naar afleiding, inspiratie. Broodjes! Ik moet straks broodjes meenemen. Dan heeft ze tenminste wat te eten na de ingreep. Een bakker op de hoek heeft zachte bruine broodjes met rosbief. Dat vindt ze vast lekker.

Ik vroeg het haar op de man af, terwijl we eindeloos aan het wachten waren in de hal van het Oogziekenhuis. Of ze bang was. ‘Ja’, zei ze volmondig en keek me een beetje hulpeloos aan. Vreselijk vind ik dat. Omdat ik het niet weg kan nemen. Behalve dan door heel lief voor haar te zijn. Haar te beschermen tegen alle snelle zusters die routinematig hun programma afwerken, haar vragen stellen die ze niet goed hoort waarna ze zich tot mij wenden. ‘U kunt het mijn moeder vragen hoor, u moet alleen wat harder praten’, leg ik uit. Alsof mijn moeder een debiel is omdat ze in de rolstoel zit. Zusters die niet gewend zijn om met de tillift te werken. ‘Nee, patiënten die nog maar nauwelijks mobiel zijn zien we niet vaak.’

Ik help mee met het uitkleden. Ze had zich vanochtend nog wel zo mooi aangekleed. Nu moet alles weer uit. Ik trek aan de mouw van haar trui, één arm, dan de andere, trui over het hoofd, t-shirt uit. Ik help haar in de tillift, terwijl de zusters wat rond het bed drentelen. Ze kunnen er niets aan doen hoor, die zusters. Ze zijn het niet gewend. Op bed rol ik haar heen en weer om haar broek uit te krijgen. Sokken. Ook uit. ‘Nou, u bent wel geroutineerd.’ ‘Ja’, denk ik, ‘ma is niet sinds gisteren invalide geworden.’

Als mijn moeder weg is, vouw ik zo netjes als ik kan alle kleren op. Stop ze in de daarvoor bestemde locker, doe water in het bakje met haar kunstgebit en loop langs de zustersbalie de hal in. Die moet nog langer wachten dan mijn moeder, bedenk ik me. Een bejaarde mevrouw met een bloemetjesblouse en wit krullend haar staart wat wezenloos voor zich uit. Onwillekeurig moet ik glimlachen terwijl ik op de liftknop druk. Ik vind dat wel een prettig idee. Dat mijn moeder sneller geholpen wordt dan die andere vrouw. Ik ga de stad in, wat eten. Straks zijn we weer thuis, dan is alles voorbij.

Geplaatst in ... over haar belevenissen | Tags: , | Een reactie plaatsen

Public Relations met ballen graag!

‘Het vak moet weer ballen krijgen’, vinden onder andere Jos Govaart van COOPR en Jaap Stalenburg, communicatiemanager TVM en perschef TVM-schaatsploeg. Cor Hospes tekent dat op in het vakblad voor communicatieprofessionals, Communicatie. Goed artikel en ik ben het er hartgrondig mee eens. Ik erger me groen en geel aan het gebrek aan een heldere positionering van ons vak.   

Dat begint al op de scholen voor journalistiek en communicatie. Waar wantrouwen voor elkaars professie aan de orde van de dag is. Echte inhoudelijke kennis van zaken over elkaars vakgebied is ver te zoeken. En als we dan eenmaal groot zijn en de wijde wereld in mogen om dat vak te gaan uitoefenen, houden we vast aan de ingepeperde aannames: journalisten zijn ratten en voorlichters liegen voor.
 
Journalisten slaan om zich heen in verwoede pogingen objectief over te komen. Voorlichters lijken wel verlamt door kritiek van buitenaf. Niet instaat om het vak helder te positioneren. Bang als ze zijn voor journalisten.
Laat staan dat ze instaat zijn om de interactie met de doelgroep op te zoeken. ‘Jammer dat wij geen actieve vertegenwoordiging hebben zoals het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren die maar al te graag op de barricade springt voor hun professie’, schreef ik hierover in een blog (uit nota bene 2007!) op communicatieonline.nl. Aanleiding was de GPD-affaire waarbij journalisten overstapten naar de communicatie afdeling van Sociale Zaken. Ze opereerden, op z’n zachts gezegd, nogal onhandig door in te loggen op de GPD-databank van hun oude werkgever om wat artikelen te checken. 
 
Transparant durven zijn, de discussie opzoeken, interactie met je doelgroep organiseren, überhaupt een pro-actieve houding. Het lijkt ook nu, drie jaar later, bij veel vakgenoten nog steeds een brug te ver. Bizar, als je je realiseert dat voorlichters de verbinding dienen te zijn tussen organisatie en publiek. In plaats van als een soort poortwachter voor de organisatie te gaan staan. Ik heb hierover eind vorig jaar een lezing gegeven voor studenten Journalistiek en Communicatie van de Christelijke Hogeschool Ede dat ook gepubliceerd is in hun jubileummagazine.
 
De communicatiespecialisten pleiten in Communicatie voor een nieuw pr-manifest. Ik vraag me af wat dat oplevert. Het is 1.0-communicatie over een 2.0-onderwerp. Dat kan creatiever, lijkt me. Ik ga broeden… 

Nu een rondje hardlopen om het hoofd weer leeg te krijgen. Ook belangrijk.

Geplaatst in ... over haar vak | Tags: , | Een reactie plaatsen

De samenleving

Rechtbankverslaggever Chris Klomp schreef gisteren een blog met de titel ‘Slachtoffers hebben altijd gelijk’, over het gebrek aan een kritische houding als het om slachtoffers gaat. Op het gevaar af de hele blog-community over zich heen te krijgen, zet hij vraagtekens bij de klakkeloosheid waarmee alles wat slachtoffers beweren voor waar wordt aangenomen. Aanleiding was het verhaal van Maria Mosterd, een loverboy-slachtoffer, die een boek schreef over wat haar is overkomen. Nu blijkt dat ze  de feiten op een fiks aantal punten heeft aangedikt waardoor het verhaal eigenlijk als fictie in plaats van non-fictie had moeten worden uitgegeven. Talloze media trapten er in. Wie wil nu niet een slachtoffer van een loverboy in de studio? We vergaapten ons collectief aan de spannende verhalen en intriges die dit meisje zou hebben meegemaakt. Ze geeft tegenwoordig zelfs spreekbeurten bij de politie!

Hoewel de kritiekloze houding ten opzichte van dit slachtoffer en haar verhaal natuurlijk een blamage voor de uitgever van het boek is en pure imagoschade voor een fiks aantal Nederlandse media. Is het vooral een persoonlijk drama voor Maria die niet beschermd is tegen zichzelf. Niet door de deskundigen die haar begeleidden om het trauma te verwerken dat ze heeft opgelopen. Niet door haar moeder, die zich liet meeslepen door de emoties over wat haar dochter overkomen is. Alhoewel dat nog begrijpelijk is. Niet door de uitgever die verblind werd door de kassa die hij hoorde rinkelen. En niet door de programmamakers die met hun weinig kritische houding maar wat smulden van een jong meisje dat kwam vertellen hoe ze ingezet werd in de sex- industrie. Vooral niet teveel doorvragen jongens en meisjes, want straks hebben we geen spannend verhaal meer.

Het is allemaal betreurenswaardig. Maar wat er aan de hand is, gaat verder dan vraagtekens zetten bij onze kritiekloze houding ten opzichten van slachtoffers. Er is iets mis met de manier waarop wij tegenwoordig de wereld bekijken. Er hangt iets in de lucht van angst, verbittering, verzuring. Er lijkt sprake te zijn van een onvermogen om nog met enige afstand en met enige overweging van zaken kennis te nemen. Er wordt nog maar weinig gereflecteerd en alles wat we in de media of op het web horen, wordt linea recta voor waar aangenomen.

En natuurlijk moet je dan nuanceren, want niet iedereen doet dat. Maar je kunt er niet omheen. Zaken zijn voor velen zwart, wit, goed of fout. Iets ertussen bestaat niet meer. Gebeurd er iets wat ons verbolgen achterlaat, dan moet het kwaad direct worden bestreden. We gaan opzoek naar de schuldige, de dader, de aanstichter van dit alles. We werpen ons als hongerige wolven op de meest waarschijnlijke zondebok, zoals de verdachte, de hulpverlener, de overheid, het rechtssysteem, de bestuurder of de media zelf. Het geeft ons – in al onze onzekerheid – de rust te weten dat we iets of (liever nog) iemand de schuld kunnen geven.

Emotie voert de boventoon in het debat. Begrijpelijk, maar niet altijd terecht. Zelfs als objectief is vastgesteld dat de feiten anders liggen, weigeren wij ze voor waar aan te nemen. We denken alleen nog maar in oplossingen en acties, ongeacht de gevolgen. Pedo’s moeten op de maasvlakte met een hek er omheen. Nederlanders met een kleurtje die iets fout doen moeten over de grens worden gedeporteerd. We willen straffen van minimaal 15 jaar, ook al weten we dat het niet helpt om herhaling te voorkomen, laat staan dat het betaalbaar is. We eisen nieuwe wetgeving als een individueel geval niet rijmt met wat wij juist vinden. We willen zelfs detectiepoortjes op de Dam bij Nationale Dodenherdenking omdat we onlangs Een Schreeuwerd hadden. Nou ja, dat laatste was een idee van de NOS-verslaggever die op de persconferentie na aanleiding van het Dam-incident weigerde te accepteren dat het nieuws geen nieuws was. We willen ten slotte oplossingen voor alles wat ons niet zint, nu, meteen.

Er is in onze eigen werkelijkheidsdefinitie geen ruimte meer voor een helikopterview om de situatie vanuit een ander perspectief te bekijken. We zijn onvoldoende instaat ons in te leven in de realiteit van een ander. Tot wat zijn wij verworden als wij geen mededogen meer hebben voor anderen? Wanneer houden we op steeds kant en klare oordelen te vellen vanuit onze vooringenomenheid? Wanneer gaan we weer echt luisteren en vragen stellen? Wanneer accepteren we dat er niet op alles een pasklaar antwoord is, dat we niet alles kunnen beheersen. Dat de samenleving, en alle burgers die daar onderdeel van zijn, maar tot op zekere hoogte maakbaar is.

Hulde daarom aan al die mensen die tegen de stroom in zwemmen en wel ruimte laten voor het respectvolle debat en de reflectie. Die rust nemen om na te denken en de verschillende invalshoeken onderzoeken alvorens een mening te vormen. Het tij zal wel weer keren. Daar ben ik van overtuigd. Want alleen zo houden wij onze samenleving leefbaar en geciviliseerd.

Geplaatst in ... over wat ze denkt | Tags: , , | Een reactie plaatsen

‘Vaarwel nuance’

Zijn voorlichters nou echt zo vervelend voor journalisten of zijn journalisten gewoon zeurpieten en hebben ze zelf geen zin meer om zorgvuldig te werken? In C, het vakblad van Logeion, reageer ik op de spanning tussen beide professies.

Geplaatst in ... over haar vak | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Hij is er!

Hij is binnen hoor. De nieuwe rolstoel van mijn moeder. Hij zit geweldig, vertelde ze. Toen ik vanmiddag op visite was, kon ik het bijna niet geloven. Eindelijk! En wat een verschil met dat oude ding. Ze zit veel beter rechtop en het is net zo’n klein model als haar eerdere rolstoel. Hij kan zelfs kantelen zodat ze een beetje achterover kan zitten.

Al die technische hoogstandjes leveren ook weer zo hun problemen op. Vanavond belde ze omdat ze hem niet meer terugkreeg in de ‘rechtop’-positie. Ze had alle knopjes al ingedrukt, maar hij deed het niet. Ik heb overwogen naar haar toe te rijden, dat is een rit van 45 minuten. Tegen de tijd dat ik er ben, is de thuiszorg er al om haar naar bed te helpen. Gelukkig zat ze niet zo erg achterover dat ze niets meer kon. Ze belde net terug dat ze in de keuken haar kopje kamille-thee had gedronken en dat alles goed gaat. Het is alleen een beetje lastig sturen als je achterover ligt en steeds tegen de deuren aanknalt.
Was toch wel een goed idee geweest om die RVS-hoekbeschermers te plaatsen op de deurposten…

Geplaatst in ... over haar belevenissen | Tags: | Een reactie plaatsen